Blik op eten
Uiterlijk in 2050 willen wij een Europa waarin afval niet meer bestaat. Nieuwe, aangescherpte richtlijnen voor materiaalgebruik moeten naar volledige circulariteit leiden.
packaging
Manual
Haat-liefde verhouding met verpakkingen
Haat-liefde verhouding met verpakkingen

Volgens professor Roland ten Klooster van de Universiteit Twente hebben wij een haat-liefde verhouding met verpakkingen. “Ze verleiden en bekoren ons met hun kleur en glans. Ze beschermen hun inhoud en maken die handelbaar. Er staat informatie over samenstelling, ingrediënten en gebruik op. En ze maakten zelfbediening mogelijk: dankzij verpakkingen hoef je niet meer in de rij te staan voor suiker of meel.” 

Die bekoring verandert op slag als wij een doos, pot, fles of zakje leegmaken. “Dan is een verpakking opeens ongewenst: afval. Het gaat immers om de inhoud. Je wilt het bier, niet het flesje. Ik vergelijk het wel eens met een goede butler: die merk je pas als hij zijn werk níet meer doet. Verpakkingen gooien wij weg: gemiddeld per Nederlander per dag 430 gram: 230 gram papier/karton, 90 gram plastic, 80 gram glas en 30 gram metaal.”

Manual
Allerbeste gasbarrières
Allerbeste gasbarrières

Van oudsher zijn glas en blik de meest gebruikte materialen voor voedsel. “Die hebben de beste gasbarrières: er komt geen koolzuur en zuurstof in of uit”, aldus Ten Klooster. Belangrijk, want zuurstof is de belangrijkste oorzaak van smaakverandering en bederf. “Een geopend biertje smaakt na 10 minuten al niet meer vers, net als gemalen koffie. Terwijl wij wel willen dat een pak koffie ongeopend maandenlang goed blijft, net als dranken en pot- en blikgroenten. Ook nieuwe biersoorten zoals IPA’s blijken enorm zuurstofgevoelig; daarom kiezen steeds meer brouwers voor blikverpakking; bij flessen is zelfs een kroonkurk met kunststof inlage niet volledig zuurstofdicht. Bij blik blijft de smaak het allerbeste.”  

Manual
Elk jaar dunner en lichter
Elk jaar dunner en lichter

Om de materiaal en (transport)kosten te besparen en de groei van de afvalberg af te remmen, werkt de verpakkingsindustrie al jaren aan steeds lichtere verpakkingen. Met succes: “Dankzij nieuwe materialen en processen worden conservenblikken en frisdrankblikjes al sinds de jaren ’60 elk jaar dunner en lichter”, aldus Ten Klooster. “Ze wegen nog maar de helft of minder. Inmiddels is de ondergrens bereikt. Ook glazen flessen zijn dunner en lichter dan ooit, net als folies en karton.” 

Verdere gewichtsverlaging moet vooral komen van kunststof. “Zo maken soepblikken inmiddels steeds vaker plaats voor stazakken.” Die zijn met 12 tot 13 gram flink lichter dan de 79 gram van een even groot blik, maar zijn complex om te maken. Ten Klooster: “Wil je een kunststof stazak echt luchtdicht maken, dan heb je naast diverse soorten kunststof ook metaal nodig: zulke stazakken krijgen – net zoals chipszakken – een dun laagje aluminium dat ze luchtdicht maakt.”  

Die gewichtsbesparing heeft een prijs: complexiteit. Stazakken bestaan net als andere kunststof verpakkingen tegenwoordig vrijwel altijd uit meerdere plasticsoorten. Voor stevigheid, sealing, glans, bedrukking en luchtdichtheid. Een simpele chipszak telt zelfs negen verschillende laagjes materiaal. Heel functioneel, maar onmogelijk te scheiden en dus niet circulair.”

 

Manual
Klassiek conservenblik
Klassiek conservenblik

Die circulariteit is nou juist wel waar wij als samenleving naartoe willen. Blik is bij uitstek circulair materiaal. Het zet staal na jaren van krimp opnieuw op de kaart als verpakkingsmateriaal. Een spraakmakend voorbeeld is SNERT, van Michelin-sterrenkok Joris Bijdendijk en Samuel Levie van Brandt & Levie worstmakers. Als ambassadeurs van de Nederlandse keuken ontwikkelden zij een culinaire, puur Hollandse erwtensoep. Als verpakking kozen Bijdendijk en Levie voor klassiek conservenblik, gemaakt van hoogwaardig blikstaal. Niet alleen vanwege de conserverende eigenschappen, maar ook omdat staal volledig recyclebaar is zonder kwaliteitsverlies. 100% circulair.   

Ten Klooster snapt die keuze goed. “Gaat het om gasdichtheid, UV-bescherming en smaakbehoud dan is er niets dat blik evenaart. En het is goed en economisch rendabel recyclebaar. Weliswaar verbrandt de flinterdunne beschermende coating op het blik bij recycling en komen die restjes in je recyclaat terecht, maar dat is desondanks prima geschikt voor grotere producten zoals fietsen of auto’s.”

 

Manual
Blijven innoveren
Blijven innoveren

Om in 2050 alle afval te kunnen recyclen, zijn nog veel innovaties nodig. Zo verwacht Ten Klooster bij blik verdere vooruitgang op het gebied van coating, een extra laagje aan de binnenkant van blik. “Een volgende stap vooruit is de komst van epoxyvrije, gepolymeercoate plaat, kant-en-klaar uit de staalfabriek.” 

Op andere vlakken tempert hij de verwachtingen. “Er is inmiddels wel een luchtdichte transparante plasticsoort voor verpakkingen van, kaas, koffie en vleeswaren die om te smelten is. Maar het herkennen en scheiden ervan moet nog verder ontwikkeld. Daarnaast komt er biobased polyetheen aan. Dat is gemaakt van suikerriet maar is niet goedgekeurd voor voedsel en vanwege kunstmest, CO2 en pesticiden een grote footprint. Dus volgens mij zitten wij nog wel even aan fossiel vast.” 

Optimistischer is hij over de paper bottle van Carlsberg. “Die zou veel plastics kunnen vervangen.” En de ‘onverpakt’-trend, gaat die doorzetten? “Dat lukt alleen als mensen daarvoor echt meer moeite willen doen in combinatie met druk vanuit overheden. Zoals de regel die Frankrijk nu wil invoeren, dat supermarkten groter dan 400 m2 minstens 20% van hun schapruimte moeten wijden aan onverpakte, droge producten – denk aan pasta, granen, bonen en rijst”, aldus Ten Klooster. “Maar ik denk niet dat mensen dat massaal willen. Eerder andersom: de trend van gemak en thuisbezorgen is sterker.”