28
maart
2023
|
15:02
Europe/Amsterdam

Onze reactie op het RIVM-rapport over depositie in de IJmond

Samenvatting

Vandaag heeft het RIVM een rapport uitgebracht over depositie* in de IJmond. Het instituut heeft onder meer onderzocht hoeveel PAK’s en metalen in het stof zit wat in de IJmond op de grond wordt aangetroffen. De onderliggende metingen zijn afgelopen najaar uitgevoerd en is een vervolg op vergelijkbare RIVM-onderzoeken uit najaar 2020 en voorjaar 2022.

Ter aanvulling en verduidelijking
De 50%-reductie betreft drie bronnen die veel PAK-stoffen uitstootten (de Hulpstoffenfabriek, Koudbandwalserij en Sinterfabriek). De uitstoot van PAK-stoffen is bij die drie fabrieken met meer dan 50% afgenomen in 2022 ten opzichte van 2019. 

In grote lijnen zijn de meetresultaten vergelijkbaar met RIVM’s depositie-onderzoek uit 2020 en 2022. Het onderzoeksinstituut concludeert opnieuw dat het stof dat neerdaalt in de IJmond grotere hoeveelheden PAK’s en metalen bevat in vergelijking met vier locaties buiten de IJmond – locaties die niet direct worden beïnvloed door emissies uit grote bronnen van stof zoals zware industrie, afvalverbrandingsinstallaties, grote verkeerswegen, luchtvaart en scheepvaart. Tegelijkertijd constateert RIVM wederom dat in het hele IJmondgebied minder ijzer in het neergedaalde stof wordt gevonden. Daarnaast spreekt RIVM het vermoeden uit dat andere bronnen een substantiële bijdrage hebben geleverd aan de depositie van lood, zink en koper.

RIVM heeft in dit onderzoek niet de herkomst van het neergedaalde stof onderzocht. Het onderzoeksinstituut doet daarom geen uitspraken over de effecten van de diverse milieumaatregelen die Tata Steel afgelopen jaren heeft genomen om zijn uitstoot verder te verminderen en de relatieve, afzonderlijke bijdrage van de verschillende bronnen in de IJmond. Ook adviseert het RIVM onderzoek naar depositie met regelmaat te herhalen, om te bepalen of de maatregelen van Tata Steel om de stofuitstoot te verminderen effect hebben in de leefomgeving.

Net als de mensen die in onze directe omgeving wonen – waaronder ook veel Tata Steel-medewerkers – willen wij onze uitstoot verder verminderen, de overlast die mensen ervaren verder terugbrengen en zorgen zo veel als mogelijk wegnemen. En wij snappen dat mensen naar ons kijken als het gaat om een schonere leefomgeving.

Wij werken er hard aan om de impact van onze activiteiten verder terug te dringen. Daar gaat tijd overheen, maar de eerste resultaten zijn er en we pakken in hoog tempo door.

DeNox installatie

Het terrein van Tata Steel Nederland. Op de voorgrond het doekfilter in aanbouw dat de uitstoot van stof en metalen met 80% vermindert.

Door een reeks van onze maatregelen hebben we gezorgd voor een verdere afname van uitstoot van stof, zware metalen en PAK’s. Minder stof van ons bedrijfsterrein slaat neer in de directe omgeving. Ook laat onderzoek – in opdracht van Tata Steel en gecontroleerd door derden – zien dat de PAK’s-uitstoot inmiddels is gehalveerd. Tegelijkertijd zitten er nog belangrijke maatregelen nog in de pijplijn. Zo bouwen we sinds september een gigantische installatie die de uitstoot van lood, zware metalen en stof bij de Pelletfabriek moet verminderen. Naar verwachting nemen we deze installatie dit jaar in bedrijf. Ook willen we dit jaar extra afzuiginstallaties bij de Hoogovens en Staalfabriek installeren; de eerste bij de Hoogovens is inmiddels in gebruik genomen. Hiermee verwachten we de uitstoot van lood (vanaf het gehele terrein) met circa 70% te verminderen. Verder bouwen we, zodra we de benodigde vergunningen hebben, een circa 18 meter hoog windscherm bij de grondstofopslagen, dat het verwaaien van stof moet verminderen. Bovendien zal de DeNOx-installatie bij de Pelletfabriek de totale uitstoot van stikstofoxiden van het gehele bedrijf met ongeveer 30% verminderen. De planning is deze installatie in 2025 in bedrijf te nemen.

We stoppen niet voordat we onze doelen hebben bereikt. Inzicht in de herkomst van stoffen is hierbij essentieel. Daarom laten wij sinds eind 2021 onder supervisie van TNO in de omgeving stofmonsters nemen. Ook analyseren we de concentratie aan metalen in het stof conform de onderzoeksmethode van het RIVM. Op deze manier houden we een actueel beeld van de stofverspreiding en kunnen we ons gericht blijven inzitten om dit zoveel mogelijk verder te verminderen.

* In de discussie over het effect van de uitstoot van schadelijke stoffen op de leefomgeving zijn drie begrippen van belang: emissie, immissie en depositie. Emissie verwijst naar het in de lucht brengen van een hoeveelheid stoffen vanuit een specifieke bron, bijvoorbeeld uit installaties van Tata Steel en andere bedrijven, het verkeer, luchtvaart of de scheepvaart. Ook activiteiten van burgers kunnen een bron zijn. Denk bijvoorbeeld aan houtkachels. Immissie betreft de concentratie van stoffen op leefniveau, in de lucht die wij inademen; hier kunnen reacties tussen de verschillende stoffen hebben plaatsgevonden. Deze is afkomstig van een veelheid aan bronnen, veraf en dichtbij. Depositie is het neerslaan van stoffen uit de lucht op een oppervlak zoals bijvoorbeeld de bodem, het wateroppervlak van een meertje maar ook de bladeren van vegetatie.

Verschillen tussen Emissie, Immissie en Depositie